Wil de echte homo opstaan?! – Ruwan van der Vaart

18
mrt

Wil de echte homo opstaan?! – Ruwan van der Vaart

Homoseksualiteit, waar hebben we het over?

De begrippen ‘homoseksualiteit’, ‘homofilie’ en ‘LHBT’ zijn in onze samenleving tegenwoordig niet meer weg te denken. Vandaag de dag is homoseksualiteit een hot topic binnen de kerken. Niet zelden wordt de agenda van de kerk bepaald door de vraag hoe zij dient om te gaan met homoseksualiteit.

In veel christelijke kringen krijgt dit onderwerp beleidsmatige trekken en probeert men homoseksuele personen te kaderen binnen ‘praktiserende’ en ‘niet-praktiserende’ personen. Ik vind dat kerken die voor een dergelijk onderscheid kiezen mij toch eens moeten uitleggen waar een dergelijk onderscheid op gebaseerd is. We spreken toch ook niet over praktiserende en niet-praktiserende heteroseksuelen? Vinden we in de Bijbel een dergelijk onderscheid? Kortom, waar hebben we het eigenlijk over als we over ‘homoseksualiteit’ spreken?

‘Homoseksualiteit’ komt niet in de Bijbel voor!

Veel kerken gebruiken de Bijbel om dergelijke vraagstukken zoals hierboven te beantwoorden. Toch is dit naar mijn mening niet zonder problemen, simpelweg omdat het begrip ‘homoseksualiteit’ letterlijk gezien helemaal niet voor komt in de Bijbel! Dit begrip ontstond pas aan het einde van de negentiende eeuw en moest het reeds gehanteerde en beladen begrip ‘sodomie’ vervangen. Homoseksualiteit is afgeleid van het Griekse woord ‘homo’ (gelijk) en het Latijnse woord ‘sexualis’ (geslachtelijk) en betekent dus letterlijk ‘gelijkgeslachtelijk’. Het begrip ‘heteroseksualiteit’ kwam pas een aantal jaar later tot stand.  Halverwege de twintigste eeuw ontstond het begrip ‘homofilie’ (homo= gelijk, philia= liefde voor) om de liefdesband in een homoseksuele relatie meer te benadrukken. Op de vraag wat homoseksualiteit precies betekent bestaat verschil van mening, ‘het kan gaan om gedragingen, gerichtheid, sekse, seksualiteit, erotiek, mannen, vrouwen, rolbevestiging of roldoorbreking’.

Als we kijken naar de Bijbel worden vaak zeven teksten (Genesis 19:1-29, Rechters 19:22, Leviticus 18:22, Leviticus 20:13, Romeinen 1:24-27, 1 Korintiërs 6:9-10, 1 Timotheüs 1:8-10) in verband gebracht met homoseksualiteit. Opvallend is trouwens dat slechts één van de zeven teksten mogelijkerwijs spreekt over vrouwelijke vormen van homoseksueel gedrag. Het is de vraag of je deze Bijbelteksten in verband kunt brengen met ons hedendaags begrip van homoseksualiteit. Ten eerste is het begrip ‘homoseksualiteit’ volkomen onbekend in de Hebreeuwse en Griekse vertalingen van de Bijbel. Dit maakt het dan ook moeilijk om het begrip homoseksualiteit – dat pas ontstaan is in de negentiende eeuw – rigoureus toe te passen op een eeuwenoude Bijbeltekst. Ten tweede is het de vraag of de genoemde Bijbelteksten over dezelfde vormen van homoseksuele relaties spreken als wij die vandaag de dag kennen. De zeven Bijbelteksten veroordelen met name seksuele praktijken waarin mannen met mannen gaan. Veelal worden deze praktijken in verband gebracht met o.a. verkrachtingen, ontrouw, prostitutie en moord. Het is meer dan logisch dat in de Bijbel beschreven staat dat God deze praktijken een gruwel noemt, elk weldenkend mens – zowel hetero als homo – zou dat vinden. Met andere woorden, de perverse vormen van seksualiteit in de Bijbel staan in groot contrast met de duurzame homoseksuele relaties in liefde en trouw onder oprechte christenen in onze tijd. Naar mijn mening mag je dit niet zomaar op één lijn trekken. De kloof tussen de wereld van de Bijbel en onze wereld is namelijk te groot. Mocht ik er toch naast zitten, wil de echte homo in de Bijbel dan opstaan?

Homoseksualiteit en de kerk?

Het mag duidelijk zijn dat de Bijbel geen onderscheid maakt tussen praktiserende en niet-praktiserende homoseksuelen, tussen homoseksualiteit en homofilie. Het uit elkaar houden van persoon en gedrag heeft iets kunstmatigs. De psychiater en hoogleraar Gerrit Glas zei hierover het volgende: ‘het onderscheid (red.) gaat te veel uit van homoseksualiteit als iets waar je mee behept bent en gaat voorbij aan homoseksualiteit als een wijze van zijn’.

Hoe kan de kerk hier nu mee verder? Misschien moet de kerk wat dit onderwerp betreft eerst zelf uit de kast komen. In plaats van te oordelen zou de kerk naar buiten moeten treden om ieder mens een helpende hand aan te reiken. De kerk mag bewust worden van het feit dat er geen sluitend (bijbels) begrip is om recht te doen aan de menselijke seksualiteit. Er blijft een spanning tussen wat we weten en wat we niet weten, zoals de socioloog Rob Tielman al eens scherp verwoorde: ‘Toch zijn er geen andere begrippen beschikbaar om dit thema te beschrijven (red.). Misschien heeft het ook wel iets aantrekkelijks om die verwarring in stand te houden, omdat daardoor de illusie voorkomen wordt dat alles met betrekking tot homoseksualiteit definitief vast te leggen zou zijn’.

“Ruwan van der Vaart is freelance mediavormgever, hbo-theoloog en momenteel werkzaam als jeugdwerker binnen de PKN. Als hetero is hij afgestudeerd op het onderwerp ‘homoseksualiteit en de Bijbel’ aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Ruwan is gefascineerd door de Bijbel en de manier waarop mensen de Bijbel uitleggen. Daarin beweegt hij zich altijd in het spanningsveld om recht te doen aan zowel de Bijbel als de mensen om wie het gaat. Geïnspireerd door kerkvader Augustinus moet de uitleg van de Bijbel volgens Ruwan altijd uitlopen op de liefde voor God en voor onze naasten.”