Justin Lee als bruggenbouwer – Jan Wolsheimer

4
apr

Justin Lee als bruggenbouwer – Jan Wolsheimer

Via Paul Abspoel, de uitgever van Ark Media ontving ik deze week het boek “Verscheurd” van Justin Lee. In de VS is het boek (onder de titel “Torn”) een enorme hit en ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Want, laten we eerlijk zijn, ik kan geen grotere splijtzwam onder christenen bedenken dan de discussie over homoseksualiteit. En die discussie wordt dan vooral op hoge toon gevoerd door mensen die daar helemaal geen last van hebben zoals ik ook vanmorgen via Twitter weer eens pijnlijk ontdekte. En omdat de discussie veel verder gaat dan homoseksualiteit gebruik ik vanaf nu de afkorting LGBT (een Engelse afkorting die staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender).

Het onderwerp houdt me al een tijdje bezig, vooral omdat ik in de kerk regelmatig te maken heb met LGBT vraagstukken. Niet zozeer leerstellig, maar vooral in het pastoraat. Daarnaast dacht ik mee over een stevige praktijksituatie waar een goede vriend van me, die net voorganger was geworden mee te maken kreeg en die kort na zijn aanstelling min of meer werd gedwongen om een theologisch standpunt in te nemen.

Sinds ik opgeschoven ben van de reformatorische hoek van de kerk naar de evangelische kant (inmiddels zo’n 15 jaar geleden) kwam ik in aanraking met allerlei programma’s van organisaties die LGBT beoordeelden als een stoornis (identiteit) of als een ziekte (genezing) en eerlijk gezegd vond ik dat altijd erg kort door de bocht. Ik kende inderdaad wat LGBT’s die problemen hadden rond de seksuele identiteit als gevolg van de gezinssituatie maar ook LGBT’s die een uitstekende jeugd hadden gekend en waar geen sprake was van een slechte verhouding met hun vader of moeder. Alle aandacht dus vestigen op genezing zegt in sommige gevallen dus meer over de ‘genezende organisatie’ dan over LGBT’s in het algemeen.

Exodus International, een grote Amerikaanse organisatie die jarenlang probeerde om homo’s te ‘genezen’, geloofde niet langer in haar eigen methoden en vond het tijd om zich in de zomer van 2013 op te heffen. Directeur Alan Chambers constateerde dat ’99,9′ procent van de cliënten zich niet volledig van zijn of haar seksuele voorkeur kon ontdoen. ‘We zijn in beslag genomen door een wereldbeeld dat niet respectvol was jegens medemensen en bovendien niet strookte met de Bijbel’, vertelde hij in de verklaring van de organisatie. Chambers boodt zelfs openlijk zijn excuses aan voor de eerder aangehangen visie met de woorden: “Het spijt me dat sommigen van jullie jarenlang hebben geworsteld met schaamte en schuldgevoel omdat jullie voorkeuren hetzelfde bleven. Het spijt me dat we hebben gepropageerd dat je geaardheid kan veranderen.”

Dus hoewel ik als leek mijn bedenkingen had over de methoden van organisaties die gericht zijn op het veranderen van de geaardheid van LGBT’s, constateerde een grote Amerikaanse organisatie die hier heilig in geloofde dat zij er naast zaten. Dat getuigd toch van lef moet ik zeggen.

Het boek wat Justin Lee heeft geschreven geeft een beeld van de verscheurdheid (vandaar de titel) van LGBT’s die christen zijn. Zij zijn vaak niet welkom in de kerk en als dat wel het geval is dan toch vooral als zij zich willen laten ‘behandelen’. Ik neem mijn pet af voor de wijze waarop Lee zijn levensverhaal beschrijft. Hij schopt niet, is niet rancuneus en heeft een zeer hoffelijke houding naar de christenen die hem pijn hebben gedaan. Toch heeft het boek veel passages waarvan ik een brok in mijn keel kreeg. Diep werd ik geraakt door de liefdeloze, haatzaaiende houding van sommige christenen.

Justin beschrijft zijn zoektocht op een zeer integere wijze vanuit zijn verbintenis met Jezus. Hij wil absoluut geen homoseksuele gevoelens hebben omdat hij Jezus wil volgen, maar hij kan er uiteindelijk (nadat hij door een diep dal is gegaan) niet meer omheen. Een oprechte zoektocht volgt  en Justin ontdekt hoeveel verkeerde informatie er eigenlijk is rondom LGBT’s in de kerk.

Ik wil niet teveel over het boek schrijven omdat ik eigenlijk vind dat elk kerklid dit boek moet lezen. Hoewel het boek vooral autobiografisch is, wijdt Justin ook een hoofdstuk aan de zes teksten over homoseksualiteit in de Bijbel. Een goede tekstbespreking volgt waardoor de vraag overblijft of het hier wel om homoseksualiteit gaat en binnen welke context de woorden worden gesproken (afgodendienst). Wil je hier meer over weten dan moet je beslist het boek van Matthew Vines lezen wat deze maand verschijnt.

Het is echt nodig om binnen de kerk opnieuw het gesprek aan te gaan over LGBT’s en ik geloof dat het boek van Justin een zeer goede brug is om dat gesprek tussen de diverse kampen op gang te brengen. We moeten opnieuw leren luisteren: naar de LGBT’s én naar wat de bijbel werkelijk zegt. Over homoseksualiteit maar misschien wel eerst en vooral over de liefde. Niet als een dekmantel voor allerlei zonden, maar vooral als fundament om elkaar tegenmoet te treden en naar elkaar te luisteren. Dan stoppen we misschien ook met de onzinnige uitspraak die Justin in zijn boek aanhaalt: “De zondaar liefhebben maar de zonde haten”. Lee beschrijft hoe Tony Campolo daar op reageert:

“Interessant zeg. Dat is namelijk precies het tegenovergestelde van wat Jezus zegt. Jezus zegt nooit: “Heb de zondaar lief maar haat zijn zonde.” Jezus zegt: “Heb de zondaar lief en haat je eigen zonde. Pas als je de zonde in je eigen leven hebt overwonnen kun je heel misschien iets zeggen over de zonde in het leven van je broeder of zuster.”

Onze huidige impasse is niet alleen schadelijk voor mensen met een LGBT geaardheid, maar ook voor onze navolging van Christus zelf!