Bernard- Hoe een boer een nicht werd – deel 9

23
jun

Bernard- Hoe een boer een nicht werd – deel 9

Voor mij was Jezus’ hoofdgebod altijd liefde, maar hoe weinig merk ik dat nu, juist vanuit de christelijke kringen. En eigenlijk wil ik helemaal niet bij de kerk weg … Maar ik heb ook geen zin in het constant moeten uitleggen en weerleggen van meningen van mensen. Daarom heb ik voor mezelf een keuze gemaakt. Niet iedereen zal het waarderen waarschijnlijk, maar …’

´Ik heb ervoor gekozen om vaker toe te geven dat ik de antwoorden ook niet altijd heb´. Want zo was het wel; hoe meer ik in de Bijbel ging zoeken naar antwoorden, hoe minder werkelijke antwoorden ik leek te vinden. En in plaats van meer duidelijkheid bracht het me voor mezelf juist alleen maar meer onduidelijkheid. Want meer en meer ging ik bijbelteksten koppelen die wellicht totaal geen verband met elkaar hadden, maar op zo’n manier probeerde ik mezelf in te dekken en aan te geven dat ik als homo ook écht met God wilde leven. ‘Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer’, spookte bij mij vaak door mijn hoofd. Maar vooral binnen kerkelijke kringen was dat nou juist vaak wat ik miste: het samen zoeken. Te vaak had ik het idee dat men van mij verwachtte dat ik het allemaal had onderzocht en het allemaal al wel wist. Maar men leek wel eens te vergeten dat ik ook pas net uit de kast was en dat het voor mij ook allemaal nieuw was.

En wat ik in die gesprekken ook erg veel merkte was hoe bevooroordeeld veel mensen een dergelijk gesprek in gingen. Bevooroordeeld door de televisie en alles gay-gerelateerd wat daar op wordt weergeven. Het verbaasde mij hoe snel dingen over een kam werden gescheerd. ‘Ooh die homo’s in leren pakjes, die altijd half bloot op tv verschijnen’ of ‘Die mannen die elkaar op de parkeerplekken opzoeken’. En ja die mensen zijn er ook, maar hoeveel homo’s zijn er die juist door die vooroordelen niet openlijk voor hun geaardheid uit durven te komen. Die bang worden van wat men allemaal uitkraamt bij het zien van dergelijke beelden. Ook ik voelde me wel eens vernederd als ik dergelijke uitspattingen van mensen hoorde. ‘Je weet niet half wat je zegt of wie je er allemaal mee kwetst’, spookte vaak door mijn hoofd. Want ja, ik was inderdaad homo, maar ik wilde (en wil nog steeds) ook dicht bij de Heer leven. Als kind van hem, samen met al mijn ‘broers en zussen’.

In de maanden na mijn coming-out leerde ik meer, veelal christelijke, homojongeren kennen. Een aantal happy en uit de kast, een aantal angstig nog in de kast … Bang voor de reactie van mensen om hen heen. En veel van deze angsten herkende ik ook bij mezelf. En dan waren er nog jongeren, uit de kast, waarmee de familie alle contact had verbroken. ‘Homoseksualiteit is iets wat God niet heeft bedoeld dus als jij homo wilt zijn hoeven wij geen contact meer met je.’ Met die tekst werd ik ooit ’s avonds laat opgebeld door een jongen die de deur uitgezet was door zijn ouders. En juist daarvan gingen mij de haren recht omhoog staan. Want hoe kun je elkaar als christen de deur wijzen? Het is toch niet aan ons om te oordelen? Er is er slechts Een die daarover gaat. Althans, dat was mijn persoonlijke instelling. ‘Je zult de Heer, je God liefhebben boven alles, en je naaste als jezelf.’ Zet jij jezelf op straat als je iets doet wat eigenlijk niet mag? Laat jij jezelf door je hele familie verstoten als je bijvoorbeeld iets meeneemt van je werk omdat je het thuis nodig hebt? Terwijl dat in veel gevallen ook nog een bewuste keuze is.

Mijn persoonlijke instelling is dat geaardheid is aangeboren. Aangeboren, geschapen … als kind van God, horende bij Zijn familie … Toch lijkt het alsof men juist bij homo’s de zonde wel erg goed weet aan te wijzen. Alsof dat een ergere zonde is dan bijvoorbeeld iets van je werk meenemen naar huis. En zo ging het ook toen ik na een aantal jaren een relatie kreeg en ging samenwonen. Ik kwam er open en eerlijk voor uit en zo werd het ook bij de kerk bekend. En zo kwam vanuit dat punt de ouderling bij mij over de vloer om daar eens over te praten. Want als christen hoor je toch niet echt samen te wonen. Vanuit mijn voorbeeldfunctie als jongerenwerker moest ik er toch eens goed over nadenken of dit was hoe het hoorde. Gaandeweg het gesprek werd duidelijk hoe lastig het onderwerp eigenlijk was, want ik legde de vraag bij hem neer: ‘Als ik niet mag samenwonen, maar ook niet mag trouwen als homo, wat voor toekomst zit er dan in een relatie voor mij? Moet ik er dan maar gelijk mee stoppen?’ vroeg ik aan hem. Nee, dat hoefde volgens hem niet direct, maar ik merkte ook dat ik een gevoelige snaar bij hem raakte. ‘Ik weet het ook niet zo goed’, was zijn antwoord. En daarin zat voor mij juist ook weer de moeilijkheid. Men weet vaak bij homo’s heel goed aan te wijzen wat er volgens hen allemaal verkeerd gaat, maar men vergeet vervolgens de moeite en tijd te (durven) nemen om het ‘samen bidden, samen zoeken’ in de praktijk te brengen. Het voelde voor mij best wel eens als eenrichtingsverkeer, zeker toen de ouderling binnen 9 maanden voor de 5e keer langs kwam. En begrijp me niet verkeerd: ik ga graag met iedereen in gesprek, maar niet om het te hebben over wat wel, maar vooral ook wat niet mag. Nee, volgens mij moet de insteek van een gesprek zijn: ‘Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer!’

En zo kwam ik ooit met een dame van 80 jaar aan de praat …

 

 

 


In deze blogserie neemt Bernard Moorlag (26 jr) je mee in zijn levensverhaal. Hoe hij tot de ontdekking kwam dat hij homo was, wat dit voor hemzelf betekende en, misschien meer nog, wat dit voor zijn geloof betekende.
Rode draad hierin is: ‘Hoe een boer een nicht werd’.

‘Ik schrijf deze blogs om zo mijn levensverhaal te delen met iedereen die worstelt met zijn/haar geaardheid en/of coming out. Mocht je aan de hand van één van mijn blogs willen doorpraten, of wil je gewoon iets kwijt? Neem dan gerust contact met mij op via bernard@verscheurd.nl’

Groeten en wie weet tot spreeks, Bernard