Als de kerk je ondersteunt

9
jun

Als de kerk je ondersteunt

Getrouwd met 3 kinderen om er vervolgens achter te komen dat je eigenlijk op hetzelfde geslacht valt. Het overkwam Rianne. Bij Verscheurd deed zij eerder haar verhaal. In onderstaand interview gaat zij in gesprek met haar ouderling, die haar ondersteunde in dit proces, en legt ze uit hoe waardevol die ondersteuning voor haar is geweest.


Rianne

Daar zat ik dan: Gescheiden, drie kinderen en ik hield van een vrouw. Ik had er een zootje van gemaakt …
Ik had mooie dromen. Dromen als volgeling van Christus. Ik fantaseerde en droomde vaak dat ik mensen aan het vertellen was over Hem die ons geschapen had, Die voor ons wilde zorgen. Ik hield van Hem, al heel jong. Maar helaas … de weg met God was hobbelig en vol scheuren.

Alles wat ik wilde, was niet uitgekomen.
Ik voelde me een zondaar. Ik deed alles wat ik niet wilde doen. Ik hoorde bij een hervormde kerk, maar ik had weinig aansluiting. Ik durfde niet aan het Heilig Avondmaal … Ik had niet heilig geleefd, was gescheiden en homoseksueel. Mijn eigen oordeel was negatief, anderen wezen mij af.

Maar midden tussen deze rommel was er een ouderling, die zonder oordeel naar me luisterde en niet vertelde wat ik fout deed. Die niet tegen me zei hoe ik volgens de kerk moest leven in de ogen van de Heer. Die mij niet afwees. Nu jaren later heb ik hem de vraag gesteld wat eigenlijk zijn beweegredenen waren om mij te ondersteunen:


Ouderling

Ik werd op een gegeven moment benoemd tot ouderling in onze kerk. Secties moesten verdeeld worden. Één sectie is een kaartenbak met zestig mensen (zo’n vijf straten), waar je zorg voor draagt. Ik koos voor de sectie waar jij in zat.
Indirect kende ik jouw situatie. En jouw situatie werd op mijn hart gebonden. Misschien werd ik daarom wel weer ouderling. Het was best een ingewikkelde casus. Je had één zorgenkind met gedragsmoeilijkheden. Verder wist ik af van de scheiding en jouw problemen rond je homoseksualiteit.

En op dat moment rijst dan de vraag als ouderling: Waar ligt je taak? Waar ligt je roeping? En welke kwaliteiten heb ik, waar kan ik mij inzetten? Ik ben ervan overtuigd geraakt dat het altijd bidden en werken is. Dit kan niet los van elkaar worden gezien.
Ik ben van oorsprong pedagoog, Ik kon misschien nog iets betekenen in de ondersteuning voor wat betreft één van je kinderen. En ik had ervaring met homoseksualiteit, omdat ik van dichtbij de strijd heb meegemaakt van een goede vriend. Ik wist af van de innerlijke strijd. In dat alles bij elkaar zag ik een roeping, een taak voor mij weggelegd.

Ja, en wat is nou mijn visie? Mijn visie achter dit alles is dat je biddend richting zoekt, dat het leven naar de mens als beeld van God optimaal kan functioneren. Ik leef vanuit de bedoelde schepping in het spanningsveld van de gebrokenheid. Binnen dat spanningsveld vind ik dat die ander de toon, het ritme moet aangeven. Dat is mijns inziens ook pastoraat. Het is primair meelopen, zonder meeloper te zijn.

Je geeft adviezen, maar daar moet je voorzichtig in zijn; geen strakke koers willen volgen. En waarom niet?
Ik heb ervaring opgedaan met een vriend die homoseksueel is. Hierdoor heb ik veel gelezen en me verdiept in het onderwerp. Ik heb gezien wat een intense worsteling het kan zijn. Daarnaast heb je ook te maken met sociale kaders. Je hebt verantwoordelijkheid richting de samenleving, de kerkelijke gemeente en de wijkgemeente. Dat maakt dat je zorgvuldig moet zijn.

Ik denk vanuit het verbondmatige. God sluit een verbond met de doop. God legt beloften bij ieder mens die hem wil volgen. Dus zowel bij mensen die voor homoseksualiteit zijn als bij mensen die tegen homoseksualiteit zijn. Iedereen is dus waardevol.

In het contact met die ander spelen dus de gaven van de Geest een rol: vriendelijkheid, goedheid, trouw, geloof, vreugde, nederigheid, zelfbeheersing, geduld. De Geest is dan ook het cement tussen het menselijke gebeuren. Het is een weg gaan hierin. Open staan voor andere interpretaties (luisteren, lankmoedigheid, zelfbeheersing). En dat hele verbond is in één woord ‘trouw’ zijn.

Wat ik soms wel eens verdrietig vind als ik kijk naar de gemeente, is dat de zwakke en de sterke*  elkaar geen ruimte geven. Soms ontbreekt dat.
Ondertussen snap ik ook dat mensen homoseksualiteit niet goed kunnen keuren. Vanuit ervaringen van anderen. Bijvoorbeeld als men van nabij te maken heeft gehad met iemand die zeer vaak  wisselde van relatie. Ja, dan kan ik dat standpunt begrijpen. En deze mensen vallen ook onder mijn pastorale zorg. Dus er is altijd een dilemma.

Maar Paulus doet het ons voor. Hij is altijd bezig geweest om de gemeente te binden, te verbinden. Een proces dat voortdurend verder gaat en dat vraagt om, zoals ik al zei; biddend en geduldig te zoeken naar de goede richting.
Je vraagt me om mijn persoonlijke mening over homoseksualiteit. Ik vind dat die er in deze niet toe doet. Als ouderling ben je bezig met pastoraat. Met verbinden. Mijn diepste drijfveer was dat jullie als ‘gebroken’ gezin, als moeder en kinderen bij elkaar bleven en weer mochten groeien en bloeien. Zoveel mogelijk naar het scheppingsdoel van God.

Veel ouderlingen worden in het diepe gegooid. Als ik adviezen mag geven naar ouderlingen toe, zou ik goed kijken wie de inhoud van dit onderwerp aankan in het pastoraat. De ouderling heeft zeker de steun van zijn herder nodig. En, indien nodig, is in sommige gemeentes de psycho-pastorale begeleiding een optie. De ouderling zou weloverwogen moeten kunnen meedenken, luisteren en adviseren. En houdt, met de Schrift vast, dat je vanuit de navolgende liefde heel veel kunt doen. Als laatste is het belangrijk dat je feedback ontvangt als ouderling (intervisie met elkaar: andere ouderling(en) en wijkpredikant). Dat de ouderling in zijn ambt ook kan worden aangesproken op zijn handelen.

Maar de kern blijft om vanuit de liefde te handelen. Ik kwam bij jou toen je nog in een depressie zat. Het contact was daardoor moeizaam.  Dat vraagt veel liefde. God gaat daarom voorop. Door Zijn liefde voor mij, kon ik jou Zijn liefde doorgeven. Met vallen en opstaan.

 

Rianne

Ik ben erg bemoedigd door je ondersteuning. Het feit dat er iemand met je meedenkt en je niet van tevoren veroordeelt is zo waardevol en noodzakelijk op dat moment. Het is zo belangrijk dat er in gemeentes ruimte is om je verhaal te doen en gehoord te worden, zonder veroordeling, zoals jij deed.

Jij kwam … luisterde en hoorde mijn verhaal.

Jij hoorde mijn verdriet en mijn pijn.

Jij hoorde mijn verlangen om oprecht en zuiver te zijn.

Jij zag hoe ik een weg probeerde te banen die goed was.

Jij zag mijn worsteling om een leven te leiden met wie ik ben, samen met de Heer.

Jij zag de mensen die mij niet begrepen en die hun oordeel klaar hadden over mijn leven.

Jij was trouw.

Jij kwam op gezette tijden.

Jij bad met mij en ondersteunde mij in de zorg voor de kinderen.

Jij geloofde in mijn oprechtheid.

Jij geloofde dat ik niet anders kon dan dit.

Jij als ouderling, christen, geloofde in mij.

En ook de dominee kwam en gaf mij mijn waarde en respect terug.

En hoe?

Door heel simpel … het respect in jullie ogen voor mij als mens. Ik ben van waarde!!

 

 

Rianne van Harten| juni 2018


* In de bezinningsbijeenkomsten in onze wijkkerkenraad heb ik o.a. veel aan de visie van W.J. Ouweneel in zijn boek ‘Vijf olifanten in een porseleinkast’ (2009) gehad. Waarin men mag ontdekken: ‘In ootmoedigheid achtte de een de ander uitnemender dan zichzelf’ (Fil. 2:3)